De afgrond strekt zich gapend onder me uit,
Terwijl ik langzaam m’n ogen sluit.
Nog een keer denk aan de momenten die we samen hebben gedeeld,
De keren dat m’n vingers door je zachte haren hebben gespeeld.
Een oude emotie doet me verstijven,
Terwijl hij langzaam boven komt drijven.
Maar de tijd van deze gevoelens is lang voorbij,
En deze emotie bestaat niet meer voor mij.
En terwijl ik me in de duistere omarming van de diepte stort,
Kom ik tot het besef dat ik m’n leven niet verkort.
Dat ik gewoon een punt achter iets wat al aan z’n eind had moeten zijn.
Ik ben gewoon blijven ademen terwijl ik verteerd werd door pijn.
Ik had aan alles al een einde gemaakt,
toen ik jou ben kwijtgeraakt
Behalve aan een ding,
Die kleine draad waar ikzelf aan hing.
Nu ik de diepte in ben gedoken,
Weet ik dat deze ook zo zal worden verbroken.
En dat ik na de pijn,
weer voorgoed bij je zal zijn.