De Beek,
.
Mistvlagen van verstand, verdwalen langs de beek.
Gevoel, dat opengelegd zich niet verstoppen kan.
Roepend om jou, zonder zien of kennen.
Bang en weerloos voor al wat komen gaat.
.
Gevoel van euforie wordt getemperd door gedachten.
Flitsen van het niet bestaan, gaan door mij heen.
Steeds meer verwarrend in de webben van het zijn.
Dwalend op die gedachten ben ik bang en voel me klein.
.
Stilletjes ontsluit zich het donker, wordt langzaam weer licht.
Wolken die zich gaan ontsluiten, ja de wolken uiten zich.
Alles komt tot leven door de zon het licht, de warmte.
Net als het gevoel stoppend met al wat was, opnieuw beginnend.
.
Anders,