‘Uit ‘Hier ben ik’
Geaarzeld, getwijfeld, en toch van wal
gestoken. Een lading zout, waarom niet
in ijs gestoken? Je leven wagen voor wat
in zout wordt bewaard. Het waardeloos
zout, wat kan dat nu bewaren? De jouwen
belagen voor wat in zout is verpakt!
Het ligt niet eens ‘in de markt’, want het is
‘verouderd’. En dan nog in zout, niemand
wil het nog. De smaak, hij past niet meer.
Men is niet meer gewoon te spoelen, het
zout weg te doen! De smaken worden met
gemak op onze tafels gezet. Gekleurd verpakt,
gebruiksklaar!
Beëlzebub is weggegaan. De koning van
het orakel, is weg. De koning van de onder-
wereld, want de bovenwereld heeft geen
orakel nodig. ‘Ken jezelf’ staat boven de
poort waar men doormoet, om het orakel
te raadplegen.
Dus, wie het orakel raadpleegt, kent zich-
zelf niet! Beëlzebub schouwt in de boven-
wereld en kan antwoorden op wat zij vragen
uit de onderwereld. Maar, hij wil koning zijn
en antwoordt wat ‘zij zouden willen’ weten,
opdat zij hem zouden vereren.
De koning van de onderwereld. De top van
de onderwereld, die aansluit bij het onderste
punt van de bovenwereld. Hij gaat weg, als
men de onderwereld verlaten heeft. Hij
kan je niet meer misleiden, met zijn ‘goede’
antwoorden om in het gevlei te komen.
Het bédelen om heerschappij. De koning
van de onderwereld, hij is jaloers op de
op de ondersten van de bovenwereld. De
koning die God wil zijn, Maar, hij is maar
de hoogste van de laagsten. Al Capone,
hij bestiert het leven, een hele stad onder
zijn voogdij!
Hij orakelt, want hij kent ‘de bovenwereld’
zijn zwakheid. Hij voorspelt, want hij
heeft iedereen omgekocht, zijn trawanten
zijn er altijd bij. Hij daagt uit, want hij
weet veel meer dan de maatschappij! Hij
is de koning van het orakel!