Uit ‘Hier ben ik
Hij die zichzelf niet kent raadpleegt.
het orakel. Hij die zichzelf niet kent
is bang: zullen mijn radijsjes groeien?
het antwoord is ja, of als je niet graag
schoffelt is het nee. Dan kan je, het
werk eraan, opgeven.
Want, wie werkt er nu om iets dat toch
nooit in orde zal komen? Het orakel is
altijd juist, ook als het niet juist is.
Voorspellen, is de mens zijn grootste
verzuchting. Hij wil weten wat er komt.
Maar niemand weet dit, alleen hij die
zichzelf kent.
Maar hij moet het orakel niet meer
raadplegen. Beëlzebub moet weg, hij
kan geen koning zijn van de bovenwereld.
Alleen nog, en dat blijft hij, van de onder-
wereld. In de onderwereld tiert welig de
voorspellerij.
Als de onderwereld in de bovenwereld is
geraakt, worden er zelfs op deze oordelen
oorlogen aangegaan. Voorspellers bevestigen
steeds de overwinning, op straffe des doods
of uit angst in onmin te vallen. Of, gewoon
uit klootzakkerij.
Want ze zijn dan een ogenblik Beëlzebub!
Een ogenblik koning, een ogenblik het
machtsgevoel! Hij voorspelt heersers de
overwinning, zelfs de dag en het uur dat de
strijd moet beginnen.
Hij is er altijd vantussen, want als de strijd
verloren is weet niemand meer van hem.
Men verbergt dat de heerser het orakel heeft
geraadpleegd. Instinctmatig voelt men aan,
dat wie het orakel vraagt zichzelf niet kent.
hij is dus een ik.
Dat de wereld waarin hij leeft en koning
is wijsmaakt een zelf te zijn. Ken uzelf!
Het zelf wijst altijd het juiste aan. Hij die
zichzelf kent moet het orakel niet meer
vragen, hij moet alleen maar luisteren.
Beëlzebub is een vleier, hij bevestigt al je
wensen. Hij vleit je om naar hem op te
kijken, hij is graag groter dan jij bent. De
voorspeller wint altijd, een ogenblik macht!
In de macht van Beëlzebub loopt men altijd
naar waarzeggerij.
Hij zegeviert, hij is weer koning en kan dan
een ogenblik denken meer te zijn. Maar, hij
is niet meer van hen die kronkelend doorheen
elkander lopen van her naar der, van de hak
op de tak, van Pontius naar Pilatus.
Van hen die permissie moeten krijgen, om een
beslissing te nemen voor de rust van hun
gemoed. Dan zijn ze niet schuldig, weet je wel!