Minister
Ik weet soms niet meer wat ik mag zeggen,
maar kan niet alles stilzwijgend naast me
neerleggen.
Ik ben van huis uit opgevoed,
wat me dwarszit, ook zeggen moet.
Dat men als mens vrijuit mag spreken,
al kan dit soms de ander steken.
Mijn vader zei altijd: "Ieder mens is nodig",
niemand leeft er overbodig.
We brengen alle werk mee,
zelfs bij het drinken van een kopje thee.
Is er voorafgaande werk verricht,
dus roer je mondje hou het niet dicht.
Wat mij nu het meest bezeerd,
hoe positief hij mij alles heeft geleerd.
We de ouderen en zieken onder ons,
steeds verder uitknijpen als een spons.