Ze rennen, razen, vragen
smeken;
niemand luistert,
want waarom zouden woorden
levens vullen als tijd goud is
en huizen vol geld kan brengen?
Ik luister hoe bomen zachtjes
waaien en blijf volhouden:
liever bezit ik miljoenen aan troost
dan een goudmijn
aan eenzaamheid.