Wanhopig probeerde ik nog
je woorden te geloven.
"Het spijt me echt schat,
geef me nog een kans?"
Ik bleef hopen op beter,
op iets wat niet komen zou.
Uiteindelijk bracht het vergeven
alleen maar pijn en verdriet met zich mee.
Nu zou ik degene moeten zijn met spijt.
En spijt heb ik,
maar dan wel om mijn eigen redenen.
Ik heb geen spijt omdat ik
jou heb laten gaan, maar omdat ik
niet eerder van mezelf heb gehouden.
Nu hou ik meer van mezelf dan van jou,
wat het einde van ons betekent.
Je kansen zijn verkeken.
Misschien is het goed
dat je bent vergeten wat je hebt gedaan.
Misschien ook niet,
dat doet er verder ook niet toe.
Het is al erg genoeg dat één persoon
met de gevolgen van jouw daden moet leven.
Ik zou je zo graag mijn pijn willen geven,
al is het maar voor één minuut.
Ik zou je zo graag in mijn schoenen willen zetten,
op een moment dat je me mentaal wilde breken.
Ik gun je die pijn, dat gevoel.
Ik gun het je om jezelf
onder ogen te komen.
Op een dag zal het anders zijn.
Hoewel ik nu nog de zwakke van ons twee ben,
zal ik uiteindelijk sterker zijn dan jij ooit bent.
En op die dag zal ik kunnen zeggen:
"Bedankt, ik heb ervan geleerd...
...En je bent nu niks meer
dan een slechte herinnering aan mijn verleden."