Godin van de jacht
op straat midden in de nacht
zag je heus wel staan
je had alleen je pyama aan
een vogel krijste hard onder je raam
je kon heel goed zijn taal verstaan
en met een blik door de ruiten
rende jij heel snel naar buiten
de kat had zijn slachtoffer in zijn greep
en terwijl jij het poezebeest in zijn lurven kneep
nog een laatste schietgebed
weer een vogel uit zijn klauwen gered