'Vroeger'
Het is al een tijd geleden.
Maar ik ben het nog lang niet vergeten.
De tijd die er vroeger was.
Het was echt zo plezant.
Maar aan vroeger denken dat doet pijn.
De tijden gaan gewoon voorbij.
En ik word groter met de tijd.
Vroeger, ja het is een tijd geleden.
Vroeger, ja het hoort bij het verleden.
Vroeger, ja was ik nog zo klein.
Vroeger, ja de tijd was toen zo fijn.
Maar jammer genoeg het komt nooit meer voorbij.
Nu denk ik nog eens terug.
Aan die mooie tijden in de klas.
Allemaal vrienden het was echt zo plezant.
Tot, de tijd was aangebroken.
En we van elkaar afscheid hadden genomen.
Vroeger, ja het is een tijd geleden.
Vroeger, ja het hoort bij het verleden.
Vroeger, ja was ik nog zo klein.
Vroeger, ja de tijd was toen zo fijn.
Maar jammer genoeg het komt nooit meer voorbij.
Nu zit ik hier.
Maar het is geen plezier.
Vroeger, was de tijd zou fijn.
Ik had tranen geweend.
Maar soms ook met een lach.
Vroeger heb ik wat beleefd.
Mijn leven begon daar pas en eindigt hier.
Vroeger, ja het is een tijd geleden.
Vroeger, ja het hoort bij het verleden.
Vroeger, ja was ik nog zo klein.
Vroeger, ja de tijd was toen zo fijn.
Maar jammer genoeg het komt nooit meer voorbij.