Wazig door jou tranen op het raam
over wat ik heb gezegd.
Het is niet onterecht,
dat ik me er voor schaam.
Het denken aan ons de laatste tijd,
probeerde ik telkens weer.
Het lukte me niet meer.
Ik zeg dat het me spijt.
Ik aan de andere kant
zie je bijna niet meer.
Je raakt me kwijt.