De laatste regel.
Rust en een zwoele wind omarmen mij
Tussen veel kleuren groen, ‘k zit op een bank.
Ook de warmte van de zon hoort erbij,
Hoor een vliegtuig met kerosine stank.
Een hond komt mij blaffend vergezellen
Hij kijkt mij grommend aan en ziet
Mijn doffe angst, wil mij geruststellen,
Een blaffende hond, zegt hij, bijt niet.
Een pracht wolkendek, zo gevarieerd,
Hemelsblauw maar vooral wit.
Een pluk schapenwolken passeert
Waartussen ook iets zwarts nog zit.
Een fietser geniet van ’t heerlijk weer,
Paarden hinniken in de wei.
Twee joggers, een vrouw en een meneer
En rond mijn hoofd zoemt nog een bij.
De tijd vliegt om, ’t lijkt niets
Ik zit hier een uur en drie kwartier
Dus stap ik maar weer op mijn fiets
Zet eerst de laatste regel op papier.
han janzen
Auteur: neznaj | ||
Gecontroleerd door: Anastacia | ||
Gepubliceerd op: 01 oktober 2007 | ||
Thema's: |