Vandaag leef hij niet echt
het is slechts een moeizaam gevecht
zijn dagelijks leven is verstoord
hij vindt dat het zo niet meer hoort
wat doe je met een lichaam dat niet luisteren wil
je totaal overlaten aan goedwil
overstelp door moeheid zonder reden
valt hij steeds dieper en dieper maar beneden
ja zijn leven was heel mooi
hij herinnert het zich als een zomertooi
maar nu is het niet meer dan een bed
steeds moeilijker en moeilijker gaat het omgaan met...
klanken vinden hun woorden niet vormen, kleuren vervagen
steeds moeër en lomer zijn zenuwbanen vertragen
heeft hij recht op ”eenwaardig” bestaan
waar ligt de grens van waardig gaan
weg wil hij uit dit harde aardse leven
hij zoek een plekje om zijn lichaam en geest rust te geven