Als snelle flitsen loop ik
Door de duisternis
Ik blijf staan,
mijn zwarte ogen
Lichten toch nog op.
Ik voel me koud…
hard…
leeg…
Ik loop verder
Door de zwarte struiken.
Wacht.
Ik voel iets dat men leegte
Zou kunnen opvullen.
Ik ga op de geur af.
Daar zit hij, op een bank
Zo warm,
zo mals,
zo vol energie.
Ik kom dichter en huiver.
Koude rillingen lopen over men rug,
Wanneer ik een glimp vang van het
Bloed dat stroomt
op het ritme van z'n hart.
Ik kom dichter en hij kijkt op,
Een glimlach…
Hij glimlacht, niet doen…
Ik ga naast hem zitten.
Ik snuif de geur van vers bloed op.
Maar ik sla niet meteen toe.
Hij blijft glimlachen en
z'n ogen zoeken de mijne.
Zijn hals.
'Koud he?'
een zachte warme hals…
Ik lach.
Ik voel het verlangen groeien.
Hij kijkt naar de vijver.
Hij doet zijn sjaal uit.
Zijn hals….
'hoe noem je?'
Ik stort me op hem
En
fluister In z'n oor ;"angel of the night"
Ik hang zo dicht..,
ik ruik het zo goed,
Alsof het bloed al over men lippen rolt.
Hij kijkt me verbaasd aan.
En ik hou het niet langer vol.
Als een wild beest
bijt ik snel
doorheen het malse vlees…
Bloed streelt warm mijn tong…
Hij is van mij,
deze warme, prachtige sterveling.