Elk moment beproef ik de twee'strijd,
een ongelijk gevecht, mijnentwil,
mijn geest die er sterk onder lijdt,
heeft geen overmacht in dit geschil.
Vluchten, lijdzaam zijn of accepteren,
waarom zoveel stemmen in mijn hoofd,
die mij doen twijfelen en kreperen,
ik heb mezelf beterschap beloofd.
Soms valt je smoel in de realiteit,
gedwongen door het aanzicht van het leven,
gemengde gevoelens met rancune en spijt,
doen de herinneringen herleven.
Doch, de horizon prijkt met zijn hoop,
morgen weer een nieuwe dag, opnieuw beginnen,
dus laat ik het leven maar op z'n beloop,
geluk en liefde is nu eenmaal niet te koop.