Het is nacht, ik woel, draai en keer
De nachten lijken wel eeuwig
Toch word ik niet moe, niet één enkele keer
Maar telkens ik aan je denk, word ik weer melig
Roze olifantjes, verscheurende leeuwen
Gevoelens, zonder één enkele duiding
Ik hoor een zwerm wilde zilvermeeuwen
Ik verstop mezelf in diepe afzondering
Vluchtend van wat ik niet volgen kan
Weg van die eeuwige onzekerheid
Maar ik sta steeds terug bij die ene man
Geen droom, maar ook geen werkelijkheid
Ik denk in flarden, toch hangt het saam
Gedachten sleuren me van links naar rechts
Van zodra ik je vergeten wil, roep jij mijn naam
Elke poging, die werkt steeds averechts
Ik weet niet of ik het ooit nog wel verleer
Een nieuw gevoel, ik ontleed het aandachtig
Misschien komt ooit wel een ommekeer
Gevoelens en emoties, ze zijn alomtegenwoordig
Soms voel ik pijn, dan zou ik willen schreeuwen
Dan weer vreugd, maar ook dat is weer een foltering
Rondom mijn hart gaat het alsmaar sneeuwen
Maar binnenin is er steeds die warme schittering
Nu zit ik boven op die hoge tobogan
Ik denk, nu neem ik eindelijk een afscheid
Ik weet dat het zo niet langer verder kan
Jij weet maar al te best, dat ik die andere benijd
Ik kijk nu naar boven, dromend in de maan
Zoveel woorden werden nu al opgezegd
Maar neen, het is lang nog niet gedaan
Mijn hart is nog lang niet stilgelegd