Zij reden beiden met de fiets naar school
Om aldaar dan te jumpen gans frivool
En toen brak zijn lief haar enkeltje klein
Wat kon hij doen om nog bij haar te zijn
Benjamin met de fiets Joyce met de bus
Er moest iets op gevonden worden dus
Van alles ging er door dat jonge brein
Daardoor deed ook opeens zijn buikje pijn
Doch thuis blijvend zag hij niet zijn idool
Wat kon hij uitvinden als apekool
Een lekke fietsband zo maar voor de schijn
Melde hij over de telefoonlijn
Onschuldig als Pontius Pilatus
Maar zijn vader was wel een practicus
Want hij hoorde zijn eigen jeugd Latijn
Door zijn zoon als een herhalend refrein