daar zit hij weer
op dat bankje
midden in het park
helemaal in z'n eentje
te staren om zich heen
daar loopt hij weer
door die winkel
bij het brood en gebak
helemaal in z'n eentje
te staren om zich heen
daar ligt hij weer
in zijn bed
een beetje voor de tv te hangen
helemaal in zijn eentje
te staren om zich heen
en ik
ik kan niet anders
dan staren naar hem
ik ben niet in m'n eentje
en ik staar ook niet om me heen
het enige waar ik naar kan kijken
zijn zijn mooie ogen
en zijn leuke lach
straks is hij niet meer in z'n eentje
en staart hij ook niet meer om zicht heen