Waarom vrijdag niet en zaterdag wel
Vroeg de kater lief aan haar metgezel
De hond die was reeds jaren bij zijn baas
En gaf schouder optrekkend zijn relaas
Vrijdags is mijn baasje niet meer zo snel
Dan blust hij pintje na pintje de hel
Na een eenzaam broodje belegd met kaas
Of wat peperkoek met wat speculaas
Maar de zaterdag dan gaat alles snel
Morgen is het weer rustdag weet je wel
Wel een dag van los maar de volle blaas
Als je zo thuis zit met een lege vaas
Doch voel ik mij nu zeer goed in mijn vel
Met jou bij mij zijn wij nu ook een stel
Want thuis heb ik zoveel ratten als aas
Dus weet je mijn baas is zeker niet dwaas