Mijn eigen zwijn het ligt hier achter mij te grommen, heeft gisteren weer zijn verachtelijke smoel, met koolzuurhoudende urine bijgetankt, tot het schuim zijn afgestompte geest, nog maar eens naar huis heeft toegedreven.
Zie hem daar maar liggen, met zijn door het verdervend gas, opgeblazen luchtballon.
Ik werd weer wakker, mijn adem afgesneden door de walm van het verzuurde bier, kreeg de neiging om in zijn smoel te kotsen. Alsof dat nog niet volstond, liet hij zonet, zijn onwelruikende dampen van bedorven eieren uit dat walgelijke lijf ontsnappen
Probeer ik hier mijn afkeer neer te schrijven, gaat hij mij hier vergassen.
Ja, zo is hij, mijn eigen zwijn.