Iemand heeft me nodig.
Weet niet waarom.
Maar toch probeer ik te helpen.
Haar verdriet probeer te vertalen.
Het snikken te bedaren.
Terwijl ik haar mijn schouder geef.
Ik sus, rustig maar.
Verder luister ik.
Haar verhaal raakt me.
Toch laat ik niks blijken.
Anders begint het snikken weer.
Samen vertrekken we weer op weg.
De weg van het geluk.
Dit staat centraal.
Het is van alle belang.
Op het einde van de weg.
Samen weer sterk.
Weer geluk.
Dit doet iedere vriend voor een vriend.
Niets abnormaals.
Je mag gerust weten.
Ik wil een vriend voor je zijn.
Ook als het moeilijk gaat.
Dus ween je tranen.
Ik zal ze nooit vergeten.
Oké?