(On)bereikbaar
Jij was daar,
Ik was hier,
Ik zat daar maar,
De deur stond op een kier.
Jij was weg,
Ik weet niet waarheen,
De kier was al wat groter,
Maar ik was nog steeds alleen.
Je was helemaal onbereikbaar,
En toch bleef ik gewoon maar hopen,
Het was nogal breekbaar,
Maar de deur ging nog een stukje open.
Ik had het niet gedacht,
En voelde me steeds idioter,
En ik had het niet verwacht,
Maar de kier is toch veel groter.
En nu is het moment hier,
De deur staat wijd open,
Niet meer die eeuwige kier,
Nu kan ik eindelijk naar je toe lopen.
Nu lig ik in je armen,
Je lieve mooie ogen,
Je handen die me verwarmen,
En alles aan me mogen.
Nu weet ik het zeker,
Want ik hóór bij jou,
En het is nu wel zeker,
Dat ik van je hou.