Wat waren wij gelukkig samen,
Weet je nog, we dachten dat ik zwanger kon raken.
Het was op 'n vrijdag in maart,
We waren compleet van de kaart.
'n mooie droom viel aan stukken,
Omdat wij wel wisten dat het nu nooit meer zou lukken.
Ik moest rust houden wel vier weken lang,
Misschien kwam mijn buik dan weer op gang.
En ook jouw zus zij is paranormaal genezeres,
Deed er van alles aan te helpen, maar jammer genoeg zonder succes.
Het spijt me, zei de dokter het is te laat,
Even was ik in paniek en wist me geen raad.
Jij stond aan de kant, als aan de grond genageld,
Je zat daar maar mooi met mij opgezadeld.
Samen hebben we ons er door heen geslagen,
Ja, Schat je hebt mij met raad en daar bij gestaan.
En zonder de hulp van je zus waren wij niet zo ver gekomen,
Want zij heeft bij mij heel wat pijn weggenomen.
Kinderen krijgen kunnen we niet meer,
En dat doet harstikke zeer.
Wij zijn beiden jong en in de bloei van ons leven,
En gelukkig samen, dat heeft de heer ons wel gegeven.