Idylle
In het midden van het café
schiep hij een knus hoekje.
Gezeten in een van twee zetels
omringd door onbekende gezelligheid
houdt zijn intieme lieflijkheid
onverbiddelijk stand.
Hij zat heel dicht, ontspannen
in harmonische conversatie
convergentie van twee keer
stiekem ooggeluik en steels
gestreel was hier in die zetel
gaande.
En ook wel wat gezoen, gelach.
Elk keek voor zich zag zonsopgang
avondrood vallei- en berggezicht
zonk met wederzijdse toestemming
en verder boven zich uitstijgend
hoog, de perfecte samenklank
van één in twee instrumenten.
De toon, onbestemd voor vreemde
oren, slechts vermoed uit
het verre midden van het café.