De Vier Jaargetijden van Jonneke en Lanceloet
Winter
O wondere wereld, wijds en wit
Onhoorbaar over de aarde uitgespreid
Neemt alles zo maar in bezit
Sneeuw, die zich heeft neergevlijd
Zo schoon en zuiver en compleet
Is deze trage, machtige winterpracht
Waarvan ik nimmer meer vergeet
Hoe overweldigend ze is, en zacht
Als jij de aarde was, mijn feetje
Zou ik je zo willen bedekken
Om in die innige omhelzing, weet je
Samen met jou de lente te verwekken
Lente
Ik zie in de lente een ochtendzon
In het gras draden van dauw
Als ik zo ragfijn spinnen kon
Spon ik zo mijn liefde voor jou
Duizenden druppels aaneengeregen
Twee druppels daarvan dat zijn wij
Sierlijk gevlijd naast elkaar gelegen
Zacht trillend in een briesje in mei
Zonnestralen worden door ons gebroken
We breken ze naar elkaar
Onze hoofden vol liefde geloken
Ik raak je, al is 't even maar
Jonneke, ik wil dat het zo kon zijn
Het leven van jou en van mij
Voor altijd zorgeloos fijn
Gewoon, twee druppels in de lente, in mei
Zomer
Dromen in de lome zomerzon
Lekker lui liggen, fijn
As ik met jou zo heerlijk liggen kon
Wat zou dat verrukkelijk zijn
Een klein insekt beroert je huid
Dat je 'm voelt zie ik aan je gezicht
Je beweegt heel even, zonder geluid
Bent mooi in dit stralend licht
Je kreunt een beetje, beweegt je knie
Je hand zoekt naar de mijne
Als ik je zo zacht sluim'rend zie
Wil ik in jou verdwijnen
O wat opwindend lig je daar
Ik zie je en verlang
Eventjes beweeg je maar
Een rilling, licht, niet lang
Je ogen die zijn dicht
Wimpers die gesloten lijken
Zo ontspannen als je ligt
Maar ik voel dat ze naar me kijken
Zo zou ik mijn hele lange leven
Naar je kunnen kijken in die zonnegloed
Duizend kusjes kunnen geven
Jonneke, je hoort bij Lanceloet
Jonneke,
De winter, de lente en de zomer heb ik voor jou gedicht
De herfst heb ik nu klaar
Daarmee is mijn werk verricht
Ik dichtte voor jou het hele jaar
Herfst
Een herfstblad zigzagt zacht omlaag
Beschenen door omfloerste zon
O mijn lief, wat wil ik graag
Dat ik met jou zo zweven kon
Zo zachtjes op de wind verwaaiend
Verdwijnend in de verre mist
Plotseling een andere kant uitdraaiend
Alsof je je in de weg vergist
O wat moet het heerlijk zijn
Om samen zo te kunnen drijven
Schijnbaar doelloos, maar zo fijn
Kon het altijd maar zo blijven
Jonneke, ik wil met je zweven
Door de mist en in de zon
Dat de rest van heel ons leven
O mijn lief, als dat eens kon
Lanceloet