de wind zet aan tot een nieuw gedicht
zijn kou is op jouw gezicht gericht
je trek je sjaal zo hoog dat je ogen
alleen nog zijn te zien als ronde bogen
van een Chinese poort, open en dicht
zoals het hoort, hoe je door niet te doen
alles om jou beweegt als water en bladeren
van een gingko boom, waarachter jij en ik
een naam kiezen, die ingefluisterd wordt
de reis is lang, de weg kronkelt zich omhoog
omlaag, jouw hand steunt in de mijne