Vrolijk kom ik thuis van mijn werk helemaal voldaan,
Ik ben alleen en zie de enveloppe niet staan.
Jij mijn schat bent zo lief geweest om hem even voor mij te laten verdwijnen.
Want je wilt mij niet in mijn eentje laten lijden.
Je komt tussen de middag even thuis,
En ziet die ene enveloppe liggen bij de post en weet dat is niet pluis.
Dan kijk je er in en weet dat het een goede vriend is die is overleden,
En verstopt dan de enveloppe met een goeie reden.
Later kom ik thuis van mijn werk vrolijk en wel,
Ik zie je komen en zeg tjee wat kijk je boos gaat het wel.
Je overreikt mij de enveloppe en wacht mijn reactie af,
Nerveus begin ik te lachen want het is iemand waar ik zoveel om gaf.
Een man waar ik heel gek mee was, hij noemde mij altijd "m'n zus",
Maar hij is dood en is niet meer dus.
Ik begin te huilen en wordt hier zo verdrietig van,
Dit kan niet, dit mag niet, niet deze man.
En dan dringt het weer eens tot mij door,
Weer iemand die ik verloor.
Dan doe jij een arm om mij heen, en ik laat mij even gaan,
En we praten over hoe hij zo mooi knorrig kon reageren het was een goede vriend wel te verstaan.
Een boom van een kerel die knorrig was,
Maar wel altijd eerlijk en goed te pas.
Lieve "m'n broer" rust nu maar zacht,
En ik weet zeker dat jij zou zeggen kom op ik wil dat je lacht.