Als ik je vertel wat je zou moeten doen,
zou je vergeten wat ik opgeschreven heb.
Alles staat nu vol,
hoe moet ik verder schrijven, vriend?
Je onderkin is veel te klein,
je ogen te onschuldig,
hoe moet ik je straffen,
je kleine handen zijn te teer.
En als ik je zou laten schrijven is alles
wat uit je pen vloeien komt pure pijn,
oh klein, onvergetelijk schepsel.
Je zou eens moeten leren volwassen worden,
groeien in iets dat je nooit hebt gezien,
geloven in de zon, ofzo.
Hoe zou ik jou moeten omarmen,
je staat zo ver weg van mij.
Luister nu eens, onderkruipsel,
ik zou je moeten slaan nu!
Leer toch eens te lezen, of schrijven,
hoe moet ik jou begrijpen nu?
Ik vertel alles aan je moeder!
(Leraar .versus. Basisschoolkind)