Ik had je alles willen geven,
Mijn hart, mijn ziel, wellicht zelfs mijn leven.
Zo veel hield ik van jou!
Mijn doel, mijn licht, mijn zonnestraal,
Wanneer komt nu het grote verhaal?
Waarom bleef je niet mijn meisje, of later zelfs mijn vrouw?!
Als er iets wat ik zo graag had gehad,
Dan was het wel jouw liefde,
Want och, als je eens wist hoe ontzettend ik jou aanbad,
Dan zou je weten dat wat je deed mijn hart en ziel doorkliefde.
Gewoon omgaan met elkaar wil jij niet meer.
Niet meer met je lachen, niet meer met je dansen,
Het doet mijn hart zo’n zeer.
Zoals wij ons als soldaten voor elkaar verschansen.
Was het het zoenen,
Was het het lopen hand in hand?
Ik weet alleen dat ik nu met lood in de schoenen,
Doorklief mijn eenzaam geestesland.
Tja, ik zou je zo graag weer in mijn armen willen houden,
En wellicht later ooit met je willen trouwen.
Maar slechts dromen zijn dit,
Verpest door een slechte nachtmerrie.