De afgezaagde hoop is troosteloos,
gedwongen naar buiten te kijken
naar het niet bestaande voorbij schietende landschap.
Geen angst dat hem echt bang maakt,
alleen jou ogen.
Verdriet tot en met de dood,
geloof en misbaksels.
Onzin uitkramend zit hij is z'n cel,
de dood is binnengetreden,
ze delen een éénpersoonscel,
geen toekomst voor het vonnis.
Gevelt door het vrouwtje,
geen dood kan hem nog schaden.
Vergeet