Marieke:
Ik laat je gaan.
Het is afgelopen.
Voor mij het nu wel gedaan,
Ik zal niet meer hopen.
Ik loop weer te fluiten,
En kijk naar buiten
En zie dat de regen,
Naar beneden druipen als een zegen.
Toch moet ik ook bij die regen
Nog immer aan jouw denken.
Want in de regen zou ik willen dansen
En jouw ogen in zich in mijn hart laten verschansen.
Toch geloof ik niet meer.
Die mooie tijd komt voorlopig niet weer.
Want een eerste meisje komt nimmer meer,
Dit was de enige keer.
Nimmer meer laat ik een meisje zich in mijn hart verschansen,
En over mijn zere hart dansen.
Want als de beide wegen zich dan weer scheiden,
Blijft er niets anders over dan het lijden.
En nog altijd zie ik jouw ogen over mijn hoofd glijden,
Terwijl juist door jou onze wegen zijn gescheiden.