Nu zit ik hier voor dit lege blad, niet wetend hoe het te zeggen
We kennen elkaar al zo lang, maar het gevoel dat je me geeft,
Elke keer als we samen zijn, bellen of telkens ik je hoor
Het blijft gewoon moeilijk om uit te leggen...
Zoals een klein kind dat graag wil vliegen en nieuwe dingen beleven,
Lachend, spelend, onbezorgd, vrij zijn op elke manier mogelijk
Jij doet me ook zo zalig vrij voelen,
Je doet me op een soort donzige wolk zweven.
Ik weet niet met wat ik dit moet vergelijken
Na zoveel maand en nog kan ik niet beschrijven wat je in me te weeg brengt
Ik had nooit mogen dromen zo iemand ooit te vinden
Ik dacht dat zoiets niet bestond, dat je er alleen maar op tv naar kon kijken.
En je hoort mensen zo vaak praten over vlinders en “houden van”
Maar je denkt nooit dat het ooit zo voor jou zal zijn,
Een zielsverwant, een beste vriend en dan nog eens een prachtlief,
Ik waan me soms in een droom, wil in mijn kaak knijpen, ik wil niet geloven dat dit echt kan.
Maar als de droom een beetje wegwaait, zie ik ook de ruzie en de pijn
Maar alles maakt ons er nog mooier op, dus dit is zeker niet negatief
Ruzie doet ons nog dichter groeien,
doet ons beseffen wat het is om in liefde te kunnen samen zijn
En knuffelen doe ik zo graag met jou
Of je misleiden met een “sensueel” geluidje
om gewoon 1 kleine glimp van je mooie kijkers te kunnen zien
en als ik terwijl weer in je verdrink, besef ik dat ik nog steeds zielsveel van je hou
En het kan misschien melig klinkende de manier waarop ik nu praat over jou en mij
Maar dit is geen verliefde praat meer zoals in het begin van een relatie
En wat ik nu ga zeggen, is geen leugen, noch naïviteit, maar iets dat ik voel en weet:
Voor altijd, dat zijn wij
(Geschreven op 1 maart 2002, opgedragen aan mijn lieve Steven:
“Bedankt voor de mooiste 10 maanden van mijn leven...”)