Opgedroogd,
Het zout van opgedroogde tranen, die glinstert je wangen bedekken.
Met weemoed een verhaald vertellend van overweldigend verdriet.
Verstopt tussen de groeven van je door smart vertrokken gezicht.
.
Met zware tred weer de gang makend, naar het ongeluk van eens.
Gebukt onder de zware last die men inzichzelf gekeerd tot zich neemt.
Welbewust en overwogen de pijn voelend die deel uitmaakt van je leven.
.
De niets vermoedende omgeving achterlatend met je tanende gestalte.
Niets meer zijn van je vroeger bestaan, langzaam lopend naar de afgrond.
Er gewoon zijn zonder je bewust te worden van de alom aanwezige verwondering.
,