Er lag een waterpas in het druppelkot
Met een glas vol water als zijnde zijn kop
Ze zouden er een nieuwe vloer neerleggen
Maar scheef of recht wie zou het verder zeggen
Men kwam er zuipen dag en nacht in non-stop
Al strompelend met een drink er boven op
Met hun wijnneusjes als ronde keggen
Hun bierbuikjes als verwilderde heggen
Water drinken dat is voor dronkaards een flop
Waarom dan een waterpasglas met een dop
Je kon evengoed op het droge dreggen
Of een berg zand scheppen met zaag of sleggen
Een waterpas in een druppelkot is een mop
Waarbij men horizontaal ligt in het sop
Alsof je ergens zou zaaien en eggen
Waar het vol zit met kraaien als dieveggen