't begon al met een kwaaie dag
want aan de gloed aan haar wangen
voelde ze dat de zoveelste migraine
zat aan te vangen,
opeens kwam alles klaar voor haar geest
hoe 't al die povere jaren was geweest,
te leven met een vent
evenveel als 'n roestige vervallen cent,
geen knip voor zijn neus waard,
de vervlogen jeugd en jonge jaren
zoefden voorbij in razende vaart
één langgerekt eentonig moment,
'n stomende woede kwam in haar op
d'onderlip trilde van pure emotie
't was voor niets geweest al haar devotie
dat ze in haar kop,
doldriest ging ze aan de slag,
de foto van die heks van een schoonmoeder
kon er nu wel aan geloven
en sloeg het icoon van dat gemelijk loeder
aan diggelen met volle kracht,
met schaar en stift ging ze driftig te werk
kraste, sneed en rukte
en schreef op elke omslagkaft
van zijn nagenoeg complete verzameling
zeldzame prentboeken,
klootzak !
en nu ze toch goed bezig was
scheurde ze meteen in één moeite
de mouwen van 't trouwkostuum,
dat netjes gestoomd op 'n ereplaatsje
in de slaapkamerkast hing
als aandenken aan belofte en trouw
aan flarden en vendels,
(zou hij toch niet meer dragen ...)
dat zal hem leren
mij nemen voor een trut en seut
gonsde 't door haar heen,
late in the evening
when the sun was down
and the full moon
up and bad,
viel de livingdeur open,
de warmte van de kachel
sloeg hem in 't gezicht,
oef 'k ben eindelijk thuis ...
tja zei ze,
ijzig balou te staren naar 't plafond
met wijdopengesperde ogen
languit, uitgeteld op de sofa
alsof ze een een passionele moord had begaan,
(waar had hij weer uitgehangen ?)
wat dan ?
en verstijfde als 'n stout ventje
dat stiekem in zijn broek
had geplast,
ja,
'k vraag me reeds heel lang af
zei ze op haast zakelijke toon,
maar nu wil ik het weten,
zie je me wel graag ?