niets moet ik, niets moet ik, ik wil kunstzinnig lijken wezen
doe me vrezen God, doe me vrezen
ik bibber hard, ik sidder wit van sneeuw en ijs
ik heb de ijsman bevrijd
ik zat onder een gletsjeralp
ik zat bedolven onder de wereld
ik heb God gevonden: ik ben het en ik ben nietig
ik ben de heerser en meester van het donker
wie denkt er nu nog dat ik zwart ben
ik ben de neger van de ardennen
eindeloos belijd ik mijn ziel
kies mij, kies mij, ik wil in de hoogte een sterretje zijn en vervlakken