Ik heb wel eens gedroomd
Van een huis aan de waterkant
Zo prachtig en vreedzaam
Maar het vloog toen plots in brand
Ik heb wel eens herkent
Een stem uit mijn herinnering
De zoete klank die ik wil bewaren
Maar de stem klonk opeens vol huivering
Ik heb wel eens gelegen
Op de koude vloer
Met traan en al gezwegen
Toen ik gek werd van het rumoer
Ik heb wel eens gezegd
Wat ik werkelijk vind
Over verschillende dingen
Maar ik werd niet gehoord, ik ben maar een kind
Ik heb wel eens geschreven
Wat ik werkelijk voelde
Het was geen gedicht, het was een brief
Waar precies in stond wat ik bedoelde.
Ik heb wel eens gezondigd
Zelf al was het niet expres
Ik heb vaak spijt van die daden
Dan bestraf ik mezelf met een mes
Ik heb wel eens gemerkt
Hoe ik werkelijk ben
Ik weet wat ik doe maar ik stop nooit
Ikzelf ben de enige die me kent
Ik wil je nu wel meedelen
Dat het beter gaat
Of het waar is, is nooit zeker
Ik weet namelijk nooit wanneer ik mezelf haat