Afscheid van spijt.
Ik moet gaan,
Het is nu tijd.
Wat heb ik gedaan?
Ik heb zo'n spijt.
Ik moet vertrekken,
Ik moet afscheid nemen.
Nu geen tijd meer rekken,
Niet nog meer problemen.
Ik zal je ongelovelijk missen,
Je kan je niet voorstellen hoeveel,
Ik zal me nooit meer zo vergissen.
Nu mist mijn hart een deel.
Naar jou kon ik altijd toe gaan,
Als ik gewoon ergens mee zat.
Maar we kúnnen nu niet verder gaan.
Ik wou dat iedereen het gewoon vergat...
Het spijt, zo ongelovelijk erg,
Dat ik het heb verpest.
Dat is iets wat ik niet verberg,
En het spijt me ook van de rest.
Het spijt me van alles wat ik heb gedaan.
Het spijt me dat ik je ken.
Het spijt me dat er mensen als ik bestaan.
En ja, het spíjt me dat ik er ben!