Lange tijd had ik niets meer van je gehoord,
je ging nooit uit mijn gedachte.
Toch dacht ik dat het deze keer anders zou zijn,
dat het werkelijk over was.
Dan zeg je 1 simpel woord tegen me,
en mijn hart slaat weer op hol.
Ik weet dat het niet zo zou mogen zijn,
maar toch gebeurt het keer op keer.
Elke keer denk ik weer,
dit laat ik niet meer gebeuren.
Maar toch loop ik weer in je val,
en ben blij als ik je nog eens zie.
Zelfs in levende lijve is niet noodzakelijk,
gewoon een berichtje op gsm of msn is al genoeg.
Als ik gewoon nog maar iets van jou hoor,
voel ik me beter, andes dan ooit ervoor.
Dan denk ik weer bij mezelf,
dat is helemaal fout.
Verzet ik me er weer tegen,
en haat ik wat ik voel.
Ik weet dat ik toch wel ergens,
diep van binne van je hou.
Ik wil het niet toegeven,
het gebeurt zonder dat ik het wil.
Altijd zal ik er tegen blijven vechten,
er aan toegeven wil ik niet.
Kan jij me mijn grote geluk brengen,
of is het maar van korte duur?
Nu gaat het zeker en vast al niet,
je weet dat dit niet mogelijk is.
Ik vraag of je afstand houden wil,
maar weet dat ik het zelf niet kan.
Mijn hart zegt dingen,
dat mijn hoofd niet toelaat.
Mijn lichaam schreeuwt me iets toe,
dat mijn verstand wil negeren.