Vakantieliefde en dan een gebroken kaakbeen
Zo keerde ik naar huis terug maar nog niet meteen
In Marseille moest ik weer de goede keus maken
De weg naar het geluk of die van louche zaken
Mijn voornemen was goed maar viel altijd weer uiteen
In die tijd was het liedje geen wonder dat ik ween
Doch zelfs al schreeuwde ik het nog luid van de daken
Ik had slechts onwetend mijn zus die lag te waken
In die tijd dat voor mij de zon schaduwtjes scheen
Op alles wat zonder mijn weten zo koud verdween
Familiesferen nu als sterren op een laken
Die mij eindelijk met hun geest hun ziel toespraken
Het bracht mij op het idee voor een glazen grafsteen
Toen ik in de glasfabriek werkte zo gans alleen
Want ik wou met mijn oog nog even daar geraken
Bij hen die mij steeds hebben wisten te verzaken