De nacht neemt de laatste hap
van een boterham met kaas, en klopt
de zon op haar schouder,
bromt zacht iets wat zij niet verstaat.
Het hemels licht klapt haar
handige campingklapstoeltje open.
roept nog even“Dag Nacht” en kijkt
en ze ziet de wereld die
haar donkere jas van slaap
en nachtdienst uittrekt en
koffie schenkt aan de mensen
die anders niet kunnen werken of
naar de winkel. Want de familie
komt vanavond dineren en
moeder heeft nog geen
zongedroogde tomaatjes.