Starend naar de foto,
branden tranen in zijn ogen.
Al die tijd heeft de toekomst,
hem stilletjes voorgelogen.
De jongen daar op het papier,
had het allemaal begrepen.
Hij moest zich alleen nog even,
door het heden heen gaan slepen.
Alles was al volgepland,
maar niets liep als het moest.
Zijn dromen en ideeën,
werden allemaal verwoest.
Hier zat hij, in de toekomst,
jaloers op wat hij was geweest.
En wat hij dacht te kunnen,
zo jong en onbevreesd.
Maar de tijd had hem bedrogen
en zijn dromen uitgewist.
Jaloers op de jongen op de foto,
die alles nog zo zeker wist.