Handen in elkaar gesloten,
lopend naar het uiteinde
van onze samen
gecreëerde wereld.
Waar maanlicht,
weerspiegelt in je ogen,
wanneer je me aankijkt.
Schenkt me geborgen warmte,
alleszins vertrouwd.
Jouw geur, verspreidt zich
in mijn longen,
bij het spel wat we spelen
en waar misverstanden
wellicht onvermijdelijk zijn.
Onder die sterrenhemel,
waar de tijd ongekend is,
toegedekt door de bossen,
bij elkaar verscholen,
Zoals het hoort te zijn.