Half elf ’s avonds op het dakterras
Hemelsblauwe tegels glimmen licht
De lichten in de Napolitaanse baai
Ik geniet van een hemels zicht
Met lichte stappen en zonder geluid
Wandel ik op haar silhouet af
Want dit idyllische beeld verbreken
Is op zich al een ondraaglijke straf
Ze kijkt licht voorovergebogen
Naar pratende mensen bij het strand
Ik leg m’n kin op haar schouder
En streel met m’n vingers haar hand
En ik weet zelfs zonder te kijken
Dat ze plots heel zachtjes lacht
En op zo’n moment in alle eenvoud
Schittert een vrouw in al haar pracht
Ze kijkt me aan met glinsterende ogen
Een simpele blik die m’n hart verwarmt
En ik weet dat ik hier en nu voor altijd
De reden van mijn hele zijn heb omarmt
Ik wil niet meer lossen, nimmer meer
Beter dan dit heb ik me nooit gevoeld
De vrouw van m’n dromen dicht bij me
Zo is het leven voor mensen bedoeld
Het beste en rotste gevoel ter wereld
Wakker worden uit zo’n mooie droom
Tranen zachtjes rollend over je wangen
Je houdt je emoties hier niet in toom
Ooit, ja ooit neem ik je mee naar daar
Waar de mensen keuvelen aan het strand
En geliefden een worden in omhelzingen
Waar ik met m’n vingers zachtjes streel over je hand ...
Daar wil ik zijn, met jou m’n liefste
En ook al moet ik nu m’n tranen drogen
Ik blijf leven en dromen van die omhelzing
Terwijl ik verdrink in je mooie ogen.