Er was eens een bakker
met een ringbaardje.
Om beter te kunnen bakken kocht hij zich
een ringoven, deze wou hij nooi meer doven.
Aan zijn vinger droeg hij een trouwring.
Zijn vrouw noemde hem de king.
Zijn handdoek wierp hij nooit in de ring.
Zijn baksels stonden serieus in de belangstelling.
Op die manier verdiende hij veel ping ping.
Ja dat rijmen dat gaat niet zo goed,
misschien zit er iets te veel schoorsteen in zijn roet,
ik gooi dat roet niet in mijn eten
want das niet goed voor mijn gezondheid,
dat mag je wel weten.
Allez, ik weet dat dit maar flauw is
maar ik denk dat het wat verveling is.