Vlinders fladderen in het rond,
pronken met de liefde,
waarvan niemand wist,
dat die bestond.
De getoonde liefde, prachtig,
in zoveel mooie kleuren,
de duur heel kort,
maar wel heel krachtig,
is snel gehuld in droefenis,
als aan het einde van de zomer,
alle kleur verdwenen is.
En toch,
leeft de liefde,
van die vlinders,
eeuwig voort,
en wordt nooit minder.