'n Omaatje, zit voor het raam naar buiten te staren,
Ze kijkt voor zich uit, en nee, je hoort haar niet klagen.
Zou er nog iemand langs komen,
Denkt het omaatje bij zich zelf, en gaat verder met dromen.
Hoort ze de telefoon, of gaat daar de bel,
Nee, jammer, ach het is nog vroeg dus het kan nog wel.
Nu kijkt ze naar buiten en ziet 'n klein kind,
Ze glimlacht tevreden, en hoort door de schoorsteen de wind.
Heb je geluk, en kun je het nog doen,
Ga naar je eigen oma, en breng haar snel een dikke zoen.