“…Samen staan we slap te wezen en om te vallen
als de touwtjes niet snel worden aangetrokken
om mijn benen en de jouwes en de mijnes
niet die van de uitvaartbegeleider!”
- Wat doet hij hier?
“Weetje […] mijn hart klopt niet
maar hij zoemt! Dat wist je nie hè? […]
Kom maar luisteren: pas op voor mijn borsten want die kloppen.”
- Zó!?
“Ja, en nu je adem inhouden.”
- Machtig man.
“Ach, je snapt hem wel. Gewoon, zo’n instabiel gevoel.
Ik durf nooit […] wacht effies, nog effe wat wijn inschenken.
Is de fles nu al leeg?!”
- Wat nú?!!
“Moet je mij niet aankijken, ik ga over de chips.”
- (…)