En als ik,
zo naar je kijk,
zie ik twee ogen,
langzaam zinken,
in een diepe zee.
en als,
onze gezichten,
elkaar aanraken,
zie ik twee ogen,
boven drijven.
Twee ogen,
om nog heel even,
te blijven,
om nog niet,
te verdrinken.
Ik heb ze wel gezien,
vragend,
om een levenslijn.
Vragend,
om verlossing,
van de pijn.
Maar,
ik kan niets meer,
voor je doen.
Ik heb het, met jou
zo vaak gedaan,
verdrinken,en weer
boven drijven.
Ik kan niets meer,
voor je doen,
dan mijn liefde,
voor jou,
op de golven,
te laten deinen.
Niets anders meer,
dan zelf,
in leven te blijven,
en een beetje,
met jou te sterven.