Hij was voor mij de helderste ster,
heeft aan mij de hemel laten zien.
In de donkerte van de nacht,
met enkel maanlicht toegelaten,
als de enige voor mij misschien.
Verlichtte daar mijn hemel,
toonde inzichten die anders
onontdekt waren gebleven,
heeft alles wat ik behoefde,
zonder twijfel aan me gegeven.
Toch dat kunstlicht nu gedoofd,
waar ik altijd blind in heb geloofd.
Tuur ik eindeloos de donkerte in,
en ontdek dat ook onduidelijke sterren,
mooi kunnen zijn,
en als je maar lang genoeg kijkt,
het er steeds meer zullen worden,
zoals liefde me eigenlijk had beloofd.