Vlinders in mijn buik,
Door jou,
Dagdromend,
Terwijl ik loop in de kou.
Zo zien mijn dagen er nu uit,
Ik doe niks anders,
Ik kan niks anders,
Dan dagdromend denken aan jou.
De vakantie scheidt ons,
Tot mijn grote verdriet,
Jij zit zo'n 20 km verderop,
En god mag weten,
Of jij mij net zo mist,
Als ik jou,
Of je net zoveel van me houdt,
Als ik houden doe van jou.
De vlinders vliegen en fladderen,
Nog steeds door mijn buik,
Normaal denken gaat allang niet meer,
Ik heb je al veel langer lief,
Dan dat je eigenlijk weet,
Ik verlang al veel langer naar jou,
God mag weten hoelang,
Hij weet het,
Jij niet.
Maar laten we dat maar zo houden,
Nu je weet,
Dát ik van je hou,
Ik je graag zie,
En nooit meer zonder jou wou.
Laat me weten,
Of jij mij net zo mist,
Als ik jou.
Laat me weten,
Of jij mij net zo lief hebt,
Als ik jou.
Als ik dat weet,
Weet ik,
Dat ik met een gerust hart,
Het volgende jaar induik.